Gisteren gaf ik een les over feedback geven én krijgen aan ‘mijn’ eerstejaars Cross Mediamanagement, een richting aan de hogeschool die ik eigenlijk zelf ook had willen volgen. Ze combineren strategie, communicatie, grafische vormgeving, copywriting en talen. Blik op de wereld van vandaag.

De meesten hebben zelfs al in dat eerste jaar een behoorlijk helder beeld van hun werkveld, over hun dromen en daden. Dat was bij mij wel anders. De vakken zijn specifiek en gericht op vaardigheden. Wat ze niet hebben in hun curriculum – tijd is voor iedereen schaars – is verdieping van de ziel.

Ik begon mijn les met de mededeling dat ik twee lessen kon geven. De ene was een reguliere les, de andere een alternatief en experiment maar dat vereiste dat ze hun laptop dicht zouden klappen. Wat volgde was een applaus gegeven door meer dan 40 laptops die hun ogen sloten. The sound of one screen clapping.

Ik liet hen de ogen sluiten. Ze deden dat. Ik maakte hen bewust van zithouding en ademhaling. Ze deden dat. Ik begeleidde hen door een 5-minutenmeditatie. Ze deden dat. Ze deden dat wonderwel. Het was voor mij een inleiding op een les die deels gaat over ego. Dat vermaledijde woord, de nood eraan zolang de emmer niet overloopt. Het begin van een les waar ik hen behoorlijk uit hun comfortzone lokte door mekaar complimenten te geven, rechtstaand, iedereen aankijkend. Feedback is alles, we overdrijven graag om een les dieper te laten doordringen. Ook die we is een overdrijving.

Dat wij in dit stukje wereld dat Vlaanderen heet geen toptalenten zijn als het aankomt op geven en ontvangen van complimenten en constructieve kritiek. Dat resoneerde wel. De horens werden gevat. Ze deden dat. Ik vroeg hen halfweg de les om nu feedback te geven op mij, hun nieuwe docent, een nieuwe docent tout court. Ze deden dat. Constructief en veel te lief. Ik scherpte hun lichte suggesties aan tot leermoment voor mezelf. Be the change you want to see. Daarna heb ik hen per twee aan een eigen opdracht gezet om hun persoonlijk werk nóg beter te maken. Maar onbewust keken ze ook wel in mekaars ziel. Voelden ze dat er meer mogelijk is.

Dát is onderwijs voor mij. Hopelijk deed ik wat een mentor maximaal kan bereiken, het verleggen van die steen in een rivier op aarde van wijlen Bram Vermeulen, een van de grondleggers van de ziel in mijn leven.

Vallen en opstaan. Het blijft spannend die alweer nieuwe job. De ene week kom ik vertwijfeld buiten, de andere met een kamerbrede glimlach wanneer studenten me tonen en benoemen wat ze geleerd hebben. Ik geef copywriting aan hen. Ik moet hen leren correct Nederlands schrijven maar vooral afleren om dat puristisch en hermetisch en schools te doen. Daarom is de zoektocht naar het speelse kind, diep verscholen in hun ziel en omzwachteld door de keiharde wereld, een van mijn belangrijkste opdrachten. Rollin’ on a river.

Word weer kind, lieve aapjes, durf weer te spelen. (Vrij naar Carl Ridders).