Autoriteit. Voor velen een woord uit godvergeten tijden. De notaris, de priester, de dokter, de schoolmeester. Het ongebreideld geloof in naamkaartjes en handtekeningen. No questions asked.

Fast forward door het neokapitalistisch bestel. De enige autoriteit die rest is die van de harde cash. Notabelen op speed in speedo en flappen in duizendvoud om te dokken. Niets is meer van tel.

Schoonheid, goedheid, moed, loyaliteit, liefde, solidariteit, delen, … De zielenmens wordt in het aangezicht uitgelachen door nouveaux riche die denken dat je dat zo spelt want alle tijd gaat naar meer meer meer en nooit meer naar taal, cultuur of verbinding.

Maatstaf: politici. Naar wie kijken zij vandaag dus nog op? De captains of industry, Dagobert Duck en andere wolven van Wall Street. Vraag het maar aan Apache, ook in de Dorpstraat huilen onverhuld politici mee. Die gesloten deuren zijn een lachertje.

Wat als? Wat als politiek nu de spiegels eens liet aan andere narcisten?

Wat als? Wat als politici weer zelf in de spiegels durfden kijken?

Wat als? Wat als politici de autoriteit bij zichzelf herwonnen en politiek bestempelden als het hoogste goed, de hoogste deugd?

Van kloof tot brug. Van probleem tot oplossing. Geen achterpoortjes of onderdeurtjes meer. Autonoom en met morele autoriteit. Awel ja, de voorbeeldfunctie. Exemplarisch leiderschap. Terminus van de ladder, blik op de wereld, burgers onder de vleugels, geld geen bindmiddel meer.

Politici hebben alle autoriteit uit hun stofjas geschud en dwepen watertandend, schuimbekkend met die nietszeggende zelfverklaarde rijken, arm van geest, arm Vlaanderen. Vijfduizend euro voor wie elektrisch rijdt. Dat is zelfbediening, niemand in de lagere (midden)klasse kan zich zo’n wagen veroorloven, een wagen die niets is dan windowdressing maar dan zonder autonomie.

Wie staat recht en neemt de handschoen op, een gele voor de afwas, voor de grote kuis?