In het interbellum tussen de afgelopen en nakende verkiezingen, mijmert het hoofd. Hoe kan het in godsnaam dat er vandaag nog armoede en oorlog is. Geen vraagteken, retorischer wordt het immers niet want hoogconjunctuur én bejubeling van ego, punt dus.

In heel diverse lessen schuw ik de polemiek noch de discussie. Alles moet besproken kunnen worden. Ik raad studenten ook stevig aan om te proberen elk standpunt en elke daad te bekijken, ook beenharde keien moeten eerst gedraaid. Dat is de onderzoekshouding. Zo beluister ik politici, al blijft na diep beraad de walging soms toch wel overeind.

Ik kan niet zeggen dat ik afkerig ben van politiek. Ik ben spitant politiek, in mijn hoogstpersoonlijke visie uiteraard. Burgerparticipatie, gelijkwaardigheid en solidariteit mijn mortel en truweel. Die visie lijkt verdacht archaïsch, of benoemd als naïef door de naasten van kapitalisme en commercie.

In mijn kleine maar fijne dorpje ben ik momenteel aan de slag om mensen te helpen met campagnefoto’s en -drukwerk. Eveneens lieve zielen van een andere strekking vroegen me zelfs of ik op hun lijst wilde staan. Het is fijn ontmoeten, het is een compliment, voor mijn werk, mijn visie en/of grote mond. Die plek op een lijst heb ik niet aanvaard, de reden is open en eerlijk: ik heb de absolute vrijheid nodig mondig te kunnen zijn en voel me bij geen enkele partij echt thuis. Ik moet kritisch mogen zijn. Maar toch, merci.

Het zijn al heel boeiende en warme gesprekken geweest met oude rotten in het vak en nieuwelingen op die lijsten. Meer dan positief verrast door het vele bewogen en bevlogen engagement. Dorpspolitiek is de meest nabije en democratische vorm. Was de wereld maar een dorp.

Het bange hart is helaas niet geweken. De toon van sommige partijkopstukken verhardt, staal op beton. Ik zou graag tekenen voor straten van wild gras, de glimlach en ‘goeiemorgen’ bij elke passage in het veld en samenwerking over die straten en grenzen van partijen heen.

Warme knuffel in retroperspectief voor die lieve vrouw met hoofddoek die me eergisteren een fijne avond wenste toen ik de klimplanten aan het snoeien was.

Il faut cultiver son propre jardin.

De wereld gaat enkel maar ten onder door het stompzinnige idee dat geldsucces een maatstaf is. De keizers zonder kleren. Doe mij maar kunst, zorg en connectie, steevast sectoren die dik onderbetaald zijn.